FOTON IN ONZE DIMENSIE
C^2 / G 1,34659495666472E+021
C km/s 299792,458
C meter/sec 299792458
C^2 km/s^2 89875517873,6818
G 6,67428E-11
constante PLANCK h 6,62606957E-33
C^2 ( het licht ) is de wet die ruimte wil scheppen en G is de reactie hierop om geen ruimte te laten bestaan,
als C^2 ( licht ) niet bestaat dan is er ook geen G meer,
Dit is te vergelijken met een bal ( licht ) op een wateroppervlak ,
de bal veroorzaakt een neerwaartse kracht op het water ,
waardoor het water een opwaartse reactie heeft op de bal,
als de bal er niet is dan is er ook geen opwaartse reactie meer,
Door toedoen van het licht, de opwaartse reactie is te vergelijken met G ,
de neerwaartse kracht is te vergelijken met de lichtenergie E.
Dus als er geen licht is dan is G = 0 , er is dan ook geen dimensie meer
DIM = C^2 / G = 0 / 0 = 0
Geen afstanden , geen snelheid , geen massa m = G / µ = 0 / µ = 0 ,
geen licht Energie E = m * C^2 = 0*0= 0
Er is echt niets meer als er geen licht is.
DE FOTON BUITEN DE MATERIE
Bekijken we nu een foton ( lichtdeeltje ) dat uiteraard de lichtsnelheid heeft
( de hoogst mogelijke snelheid in een bepaalde dimensie ) ,
Bij de lichtsnelheid die wij meten 299792.458 km/s heeft de foton een klein materiedeeltje , ( het is bekend
dat het licht een weinig invloed ondervind van de zwaartekracht , en aantrekkingskracht is wederzijdse
aantrekking van de materie , dus een foton bezit in onze dimensie materie).
Natuurlijk ! nogmaals de formule
m = E / C^2 de formule zegt het toch zelf , een foton bezit E energie ( als men de E energie deelt door de
lichtsnelheid ^2 299792.458 dan is het resultaat gelijk aan de m materie van het foton ).
Daar kan men niet onderuit , ik volg hier volledig de grote meester Einstein.
Nogmaals kom ik terug op mijn zienswijze dat de lichtsnelheid die wij meten ( de hoogste snelheid
mogelijk in een dimensie ! ) afhankelijk is van het medium waarin het zich bevindt.
En de formule zegt mij ook ( en hieruit put ik de sterkte om mijn theorie te handhaven )
dat de foton geen materie meer heeft als de lichtsnelheid oneindig is!
m = E / C^2 = E / oneindig = 0
Er is dan nog enkel E energie ! Er is dan geen gravitatie meer omdat nu de materie in het foton = 0, .
gravitatie µ = m * G µ = 0 * G = 0 de gravitatie = 0 omdat er geen materie meer is.
De frequentie = 0, de golflengte is oneindig omdat C^2 = oneindig.
Hier is het dat de tijd stil staat. Het licht is overal het zelfde ogenblik . Er zijn immers geen
twee ogenblikken omdat de tijd stil staat.
Naast de snelheid heeft het foton ook nog een frequentie , deze is afhankelijk van de materie en de snelheid .
In onze dimensie is de lichtsnelheid niet oneindig (299792.458 km/s) maar lager , de materie is groter ,
de frequentie is hoger , de gravitatie is groter , de tijd gaat sneller .
Hoe groter het zwaartekrachtveld hoe lager de lichtsnelheid (is op die plaats wel de hoogst mogelijke
snelheid ) , hoe groter de materie , hoe hoger de frequentie , hoe groter de gravitatie , hoe sneller de tijd .
Dus heel diep in een zwart gat zal de lichtsnelheid bijna 0 zijn , ( alle bewegingen vallen stil voor ons oog )
maar de tijd gaat bijna oneindig snel . afstanden bv. 1 meter zijn er oneindig groot.
de E is nu bijna 100% materie .
In het oog van een zwart gat , is de ultieme lichtsnelheid = 0 , de tijd bestaat er niet .
je zou kunnen zeggen dat de tijd zo snel gaat dat hij niet kan bestaan.
Je zou ook kunnen zeggen , alles staat stil , maar er is niets om stil te staan.
Van binnen naar buiten uit verminderd de materie in een foton , verhoogt de snelheid
vertraagt de tijd.
De roodverschuiving van de golflengten is niet alleen te wijten aan
verschillende snelheden t.o.v. van mekaar maar ook de verschillende tijdsnelheden
( Dimensies ) spelen hier een rol.
Onze DIM heeft een waarde van C^2 / G = 1.346594E+21 ( is een maat voor de snelheid
van de tijd ) .
Bij een andere lichtsnelheid en een andere G is de waarde van de dimensie anders
en zal in verhouding de tijd sneller of trager verlopen.
Hierdoor verschuiven ook de golflengten.
De roodverschuiving geeft volgens mij geen juiste waarde voor de snelheid van
een object buiten onze dimensie.
Binnen onze dimensie is dit wel het geval zolang de snelheid van de tijd
hetzelfde is , zolang we dezelfde lichtsnelheid meten .
Het licht is de enige reden van het bestaan van het heelal.
In een pure lichtdimensie is er geen inwerking van gravitatie.
Er is dus geen materie , het foton dat zich hier bevind heeft geen materie.
DIM = oneindig = C^2 / G = oneindig / G
Maar vanaf er inwerking is van de gravitatie is de snelheid niet meer
oneindig , en heeft het foton materie aan boord.
DIM is niet meer oneindig , hoe kleiner C^2 is hoe kleiner de DIM waarde
en hoe sneller de tijd verloopt.
Vanaf hier is de snelheid niet meer oneindig en vinden we een waarde.
C^2 = E / m
Vanaf hier staat de tijd niet meer stil en vinden we voor de lichtsnelheid
een waarde.
De theorie met cijfers
Laten we een foton vergelijken in twee verschillende dimensies .
in onze dimensie 1.346594956664720E+21 is de lichtsnelheid = 299792.458 km/s
De foton heeft een energie = 2,179865149607E-18 .
De golflengte = 91,126998549768600 nm
Hertz = E foton / h = 2,179865149607E-18 / 6,626069570000000E-33
= 3,289831364700000E+14
m foton = E foton / C^2 = 2,179865149607E-18 / 8,987551787368180E+10
= 2,425427080899590E-29
G = 6,674280000000000E-11
µ = m * G = 2,425427080899590E-29 * 6,674280000000000E-11
= 1,618797945750650E-39
DIM = C^2 / G = 1,346594956664720E+21
DIM = E foton / µ = 1,346594956664720E+21
G = C^2 / DIM = 6,674280000000000E-11
G = µ / m = 6,674280000000000E-11
In een andere dimensie
Nemen we een lichtsnelheid van 300000 km/s
De energie van het foton blijft gelijk = 2,179865149607E-18 .
Hertz = E foton / h = 3,289831364700000E+14
λ (meter)= C (m/s) / Hz 9,11900844581E-07 meter
= 91,190084458130600 nm
m foton = E foton / C^2 = 2,422072388452250E-29
De verhouding dimensies en snelheden ( tijd ) gelijk
299792.458 km/s / 300000 km/s = 0,999308193333 =
DIM = 1,347527184954780E+21
DIM = E foton / µ = 1,347527184954780E+21
µ = h * Hz / DIM = 1,617678050539790E-39
G = µ / m = 6,678900507
TOEGEPAST OP DE ROODVERSCHUIVING
In volgend voorbeeld zie je dat de Z waarde voor de rood verschuiving kan berekend worden
met tijdsverschil in de twee dimensies , door de waarde van de dimensies , door de golflengten
en door de lichtsnelheid verschillen IN DE DIMENSIES
enkele voorbeelden.
Nog enkele leerrijke voorbeelden.
Een stelsel (DIM 2)
Men kan zeggen dat dit zich van ons verwijdert tegen 299792.458 km/s omdat de lichtsnelheid in dat stelsel
599584.916 km/s is .
Een stelsel kan zich van ons verwijderen tegen een snelheid van 299792.458 km/s dit is
de snelheid van het licht in onze dimensie.
Z = 1
Als Z > 1 Dan is de snelheid waarmee een stelsel zich van ons (DIM 1) verwijdert hoger als
299792.458 km/s ( of ligt het aan het tijdverschil ) wat in onze dimensie ( DIM 1 )
de hoogst mogelijke snelheid is.
In een dimensie waar het foton een lagere massa heeft , heeft het foton een hogere snelheid.
De Z is groter (roodverschuiving) , en dit geeft ons geen zekerheid over een uitdeining van het
heelal , en kan ook aan de tijdverschillen liggen.
Het is hier ook duidelijk dat de materie vermindert ( DIM 1 >>>> DIM 2 ) bij hogere lichtsnelheid
Het ultieme geval ( m = 0 ) is onbereikbaar dan is er geen heelal meer ,
er is geen gravitatie meer , dan is er geen inwerking meer van de lichtenergie.
De tijd verloopt trager naarmate de lichtsnelheid hoger is .
Als de lichtsnelheid oneindig is zal de tijd bijna stil staan.
Aan oneindig komt geen einde , in het heelal zal de tijd nooit stil staan.
Een foton behoud zijn energie.
h blijft constant h = E foton / Hertz
De waarde van de dimensie stijgt als de lichtsnelheid groter word.
G is de reactie op de lichtsnelheid en wordt groter bij hogere lichtsnelheid.
Bij lichtsnelheid 0 zal G ook = 0
In een black hole is de materie = oneindig
lichtenergie = bijna 0
G = bijna 0
De gravitatie µ is , µ = m * G µ = materie oneindig * G zeer klein = oneindig
Er is hier nog altijd een weinig lichtenergie , er is nog altijd sprake van ruimte.
Dus zolang men in de ruimte vertoefd zal de gravitatie toenemen naarmate men
dieper in de black hole gaat.
Men kan zo blijven doorgaan want oneindig bereikt men nooit ( gelukkig ) waardoor ik
beweer dat het heelal eeuwig is.
Moest G = 0 zal het black hole niet meer bestaan . Dus ook geen heelal .
Er is daar geen materie vermits er geen lichtenergie is.
Dus er is ook geen gravitatie meer µ = 0
Tijd bestaat hier niet , dan zou er ook nooit een heelal bestaan hebben.
Maar het bestaat wél en heeft altijd bestaan omdat G nooit zal gelijk zijn aan 0 !!!
Vanaf dat er lichtenergie is , kan G niet gelijk zijn aan 0 .
Hier nogmaals het bewijs dat het heelal bestaat uit licht .
Neem het licht weg .... ja , Dán is er echt geen heelal.
Ook geen black hole , ook geen dimensies , geen tijd , geen fysiek iets !!!
Alleen zijn er de onveranderbare wetten , die geen plaats nodig hebben ,
die geen invloed van tijd ondervinden en eeuwig bestaan .
Zo zal alles " zijn " volgens de wetten , eeuwig en onveranderbaar.
Hieronder dimensies met een lagere lichtsnelheid
Let op de m van één foton
Als er voor ons 1 sec verstrijkt dan zijn er in DIM 2 2.7107E+14 sec verstreken.
= 8.595.573,31 jaar
Of beter gezegd , wat bij ons op één sec gebeurt gebeurt daar in 8.595.573,31 jaar.