De lichtsnelheid is inderdaad de hoogst mogelijke snelheid in een bepaalde dimensie.

In onze dimensie waarin C^2 / G   = 1.346595E+21 Is de lichtsnelheid gelijk aan 299792.458 km/sec.

C^2 = G * dim  =  6.67428E-11   *  1.346595E+21  =  8.98755E+10

lichtsnelheid = Wortel ( C^2 )  =  299792.458 km/sec

Hoe sneller we gaan hoe trager de tijd zal verlopen tot we bijna de lichtsnelheid bereiken ,

dan staat de tijd bijna stil. Maar dat is dan wel enkel het geval als de lichtsnelheid bijna oneindig is.

De wet van het licht zal hier zijn stempel bijna volledig doordrukken waardoor de tijd bijna stil staat.

Voor   Z   waarden die de   1   benaderen of zelfs overtreffen krijgt men

grote afwijkingen in het berekenen van de snelheid van een van een sterrenstelsel t.o.v.ons.

Z roodverschuiving  = (golflengte (2)   /   golflengte ( 1 ))  -  1

vb Na heeft een absorptielijn op golflengte 588,99503 nm

       In het spektrum van een sterrenstelsel ligt deze lijn op 590,95970 nm

Dan is Z = ( 590,95970  /  588,99503 ) - 1  =  0.0033 

V = 299792.458 - ( 299792.458  / (0.0033 + 1)) = 986 km/s

V = C – ( C / ( Z + 1 )

Als z groter is dan 1   b.v.  2.5

Dan is de snelheid t.o.v. ons                                                                            

299792.458 - ( 299792.458 / (2.5  + 1 ))  =                214137 km/s

299792.458 - ( 299792.458  /  (0.021388 + 1 )) =   6278 km/s

299792.458 - ( 299792.458 / ( 3.38 + 1 )) =              231347 km/s

299792.458 - ( 299792.458 / ( 7.085 + 1 )) =           262712 km/s

299792.458 - ( 299792.458 / ( 100 + 1 )) =               296824 km/s

Maar dit is alleen juist als alles gebeurt binnen  eenzelfde dimensie.

Waar de lichtsnelheid overal gelijk is en waar dus de snelheid van de tijd overal hetzelfde is.

Waar dus ook G  ( de gravitatie ) overal gelijk is.

Dit kan wel als we in dezelfde dimensie blijven , op een "afstand" even ver  van het black hole.

( zolang als onze lichtsnelheid hetzelfde blijft , zijn we niet genaderd of verwijderd van het black hole.

Zie gele pijlen.

Maar als korter of verder van het black hole bewegen , dan verplaatsen we ons door verschillende dimensies,

waar andere waarden gelden voor G (gravitatie)  en  C (lichtsnelheid).

Dat wil zeggen dat de verhouding  C^2 / G  zal veranderen  en 

dat de verhouding   E / µ  evenredig zal veranderen , dat de materie een andere verhouding heeft.

Dat de tijdsnelheid anders is.

Dat wil zeggen dat we andere getallen zullen vinden voor de dimensies.

Hierdoor kunnen snelheidsverschillen krijgen tot  ∞snel .

Dit geeft ook roodverschuiving , en geeft een beeld van uitdeining van het heelal terwijl dat in dit

geval niet waar is.

Hieronder afbeelding , bewegen door de dimensies heen.